vrijdag, augustus 06, 2010

Augustus herdenkingsmaand: Nederland en Indonesië

Deze maand herdenkt men zowel in Nederland als in Indonesië de gebeurtenissen in voormalig Nederlands-Indië van midden augustus 1945. Op 15 augustus staat Nederland stil bij de Japanse capitulatie die het einde inluidde van de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost-Azië. Twee dagen later, op 17 augustus, viert Indonesië het uitroepen van de onafhankelijkheid door Soekarno en Hatta. Twee data, twee kanten van één verhaal, de Nederlandse en de Indonesische kant.

Op vakantie stuitte ik onlangs in het Brabantse dorp Hooge Mierde op een voor mij voorheen onbekend museum over de Tweede Wereldoorlog, De bewogen jaren 1939-1950. In het pand aan het dorpsplein waar vroeger de Rabobank in gehuisvest was, is nu een uitgebreide privécollectie militaria te bewonderen. Het is altijd een verrassing wat je aantreft in deze kleine, particuliere musea. Voor mij betekenen ze een welkome afwisseling van mijn bezoeken aan de grote, nationale musea, die door inmiddels standaard geworden gebruik van multimedia presentaties, veel glas en ruimte, plus een beperkt aantal tentoongestelde objecten mij niet vaak meer weten te verrassen. Tot mijn eigen verbazing merkte ik dat ik door de ouderwets volgepropte vitrines in De bewogen jaren de geschiedenis van de oorlog meer – of was het anders? – ‘beleefde’ dan in de eerdergenoemde grote musea, met hun gelikte presentatie. Maar dit terzijde.

Het museum heeft ook een afdeling gewijd aan de strijd in/om Nederlands-Indië. Een bonte verzameling militaire voorwerpen, kaarten, vlaggen, en poppen met militaire uniformen schetste het beeld van de Nederlandse strijd om Indië. ‘Weg met de ploppers (=Indonesische nationalistische strijders)!’, schreeuwt een Nederlandse propagandaposter. Het is het Hollandse verhaal van de strijd die tussen 1945 en 1949 in Indonesië werd gevoerd tussen de Nederlandse troepen en het Indonesische republikeinse leger.

Maar voor de goede observeerder is er tussen de regels van dit verhaal gelukkig ook nog iets te zien van de Indonesische kant van de strijd. Tussen de benen van een stoere Hollandse marinier(pop) staat een ingelijste, handgemaakte Indonesische vlag, het Rood-Wit. De vlag is in 1947 als trofee door een Nederlandse militair buitgemaakt op de vijand. Terwijl ik de plaatsnaam en de datum op de vlag las, moest ik onwillekeurig denken aan de liefde voor het vaderland waarmee de vlag provisorisch in elkaar was gezet. De republiek was toen immers kersvers en in nog strijd met de Nederlanders.


Vlaggen waren niet te koop geweest; die moest je zelf maken. Textiel was een schaars goed na de oorlog. Liefde voor het vaderland, daar gingen mijn gedachten naar uit, en de emoties van de verliezende partij die de stelling, met de geliefde vlag, had moeten prijsgeven aan de Nederlanders.

Maar de Indonesiërs gaven de strijd niet op. Zij hadden immers hun vrijheid verworven met de onafhankelijkheidsverklaring en wilden die niet opnieuw inleveren bij de Nederlanders. Tussen een groot aantal Nederlandse wapens in de vitrine lag ook een zelfgemaakte Indonesische dolk. De eigenaar van de dolk wist het zeker: hij zou de Indonesische onafhankelijk tot de dood toe verdedigen. De door hem ingekraste tekst op het lemmet luidde ‘Merdeka tetep 1947’: ‘Voor altijd onafhankelijk 1947’.



Marije Plomp

0 reacties: