donderdag, juli 01, 2010

Aanwezig, zichtbaar, verbonden

Marokkaans-Nederlandse betrokkenheid bij de Tweede Wereldoorlog en de herdenking in Kapelle.


In HP de Tijd van 8 mei j.l. schrijft Kees van Oosten over de geschiedenis van de Marokkaanse militairen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Zeeland, over de in Kapelle begraven militairen, en over de herdenking daarvan in Zeeland nu. Hij noemt de actieve krijgsdienst van de in Zeeland begraven militairen een mythe. Ongeveer gelijktijdig en los hiervan verscheen in de bundel Een open zenuw een op nieuw onderzoek gebaseerd artikel van Dienke Hondius over Kapelle als herdenkingsplaats. Terwijl het artikel van Van Oosten ons voor wat betreft het onderzoek aansprak, hebben wij een heel andere benadering, en trekken we andere conclusies over deze geschiedenis, en over de herdenkingscultuur in en om Kapelle.

Van Oosten suggereert dat alleen militairen die ‘met scherp geschoten’ hebben, of een ‘schot gelost’ hebben, herdenking zouden ‘verdienen’. In de militaire herdenkingscultuur is dit echter geen criterium; militairen komen op allerlei manieren om het leven, en militaire heldhaftigheid is daarbij geen maatstaf. Of de Marokkaanse militairen al dan niet in de strijd zijn gesneuveld is dus niet relevant. In de Nederlandse herdenkingscultuur van de Tweede Wereldoorlog is heldendom evenmin een noodzakelijk element voor de erkenning van gevallenen. Denk bijvoorbeeld aan de grootste groepen oorlogsslachtoffers in Nederland, de Joden en de burgerslachtoffers; zij worden uiteraard herdacht, en het idee dat daar bepaalde eisen aan zouden worden gesteld is nogal absurd.

Het is ook niet om de militaire activiteit dat Marokkaanse Nederlanders aan de herdenking in Kapelle deelnemen of deze oorlogsbegraafplaats bezoeken. Veel belangrijker daarbij is een gevoel van betrokkenheid bij de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, gegroeid door de ontdekking dat daar destijds ook veel Marokkanen, Algerijnen en Tunesiërs bij waren. Marokkanen en Algerijnen in dienst van het Franse leger waren tijdens de Tweede Wereldoorlog in Zeeland op verschillende plekken als krijgsgevangenen, mogelijk ook als bij de gevechten betrokkenen. De in Kapelle begraven militairen zijn voor een deel ook langs de kust van geheel Nederland aangespoeld. Toen de schepen van het Franse leger waarmee zij het Kanaal probeerden over te steken naar Engeland door Duitsers waren aangevallen en tot zinken werden gebracht, zijn de opvarenden massaal verdronken. Daarvoor waren zij in Frankrijk als militairen actief. Ze waren allemaal in dienst aan de kant van de geallieerden om de Nazi’s te bestrijden.

In Kapelle is die Marokkaanse aanwezigheid nu nog zichtbaar doordat daar door de Franse autoriteiten op de begraafplaats grafstenen geplaatst zijn die afkomst naar godsdienst, en ook namen van de begraven militairen laten zien. Overal op Franse oorlogsbegraafplaatsen zijn grafstenen naar religieuze afkomst verdeeld in kruisen als Christelijk symbool, davidssterren als Joods symbool, en een halve maan als symbool voor moslims; ook is, indien bekend, de naam bij de grafsteen vermeld. Die zichtbaarheid is voor bezoekers van de begraafplaats in Kapelle nu een van de elementen waardoor zij zich met de daar begraven militairen verbonden kunnen voelen.

In Zeeland leven herinneringen aan Marokkaanse krijgsgevangenen voort omdat de bevolking contact met hen had. In de Randstad levert de onbekendheid van Kapelle door de voortdurende discussie over integratie soms scepsis op. Wij hebben veel contacten in Zeeland en daarbij is ons niets gebleken van ergernis of gêne over de Marokkaanse bezoekers van de begraafplaats. Integendeel, het valt juist op hoe zorgvuldig en harmonieus deze bijzondere transnationale herinneringsplaats al vele jaren wordt vormgegeven. We raden iedereen aan om daar eens een herdenking bij te wonen.

Nu de bevolking in Europa internationaler is geworden, rijzen nieuwe vragen over de betrokkenheid van Noord-Afrika bij de Tweede Wereldoorlog. Hierin is nog veel te ontdekken. Mostafa Hilali had een oudoom die hem als kind vertelde hoe hij in Italië, Frankrijk en Duitsland vocht met het Marokkaanse leger tegen de Nazi' s. Hilali: ‘Ik heb dat toen altijd afgedaan als onzin. De man was redelijk oud en ik had nooit iets gehoord van Marokkanen die in de Tweede Wereldoorlog hadden gevochten. Dit veranderde echter toen ik in 1994 voor het eerst op het Franse ereveld in Kapelle kwam. Mijn toenmalige schoonvader woonde namelijk op Walcheren en hij vertelde me dat er Marokkanen begraven waren in Kapelle. Ik ben daar toen geweest samen met hem en werd getroffen door een aantal zaken. Ten eerste waren de verhalen van mijn oudoom geen onzin geweest. Er hadden dus echt Marokkanen deelgenomen aan de oorlog tegen de Nazi' s. Dit wekte bij mij een interesse voor de deelname van Marokkanen aan de oorlog op, die tot op de dag van vandaag voortduurt. Wat het echter ook bij mij deed was een verbondenheid creëren met het concept van herdenken op 4 mei. Natuurlijk deed ik in die tijd ook al jaren mee aan de twee minuten stilte. Maar ik realiseerde me voor het eerst, dat hoewel ik wel meedeed, ik een bepaald gevoel miste. De reden daarvoor was simpel. Herdenken is goed, maar het wordt wat lastig als je herdenkt hoe ‘onze’ grootvaders en moeders zich verzetten tegen de Nazi' s, terwijl je opa en oma niet in Nederland woonde. Maar nu had ik echter ook een meer persoonlijk gevoel erbij, namelijk die tienduizenden mannen en hun families die zich hebben ingezet voor de vrijheid in de wereld. En dat maakt het herdenken toch intiemer dan dat je meedoet in een ritueel waar je niet helemaal deel vanuit maakt.’

Er kan nog veel meer onderzoek worden gedaan naar de betrokkenheid van Marokkanen in de verdediging en bevrijding van Europa, Nederland en Zeeland. Meer feiten en herinneringen kunnen nog achterhaald worden, en natuurlijk is het zaak om generalisaties daarbij te vermijden. Maar of Marokkanen nu wel of niet in Nederland hebben gevochten, het is en blijft een feit dat een grote groep Noord-Afrikanen destijds heeft gevochten in Europa in de strijd tegen de Nazi' s. En door die acties in Italië, Frankrijk en Duitsland hebben deze mannen wel degelijk bijgedragen aan de bevrijding van Nederland.

De tijd dat de herdenking alleen ging over opoffering of heldendom ligt achter ons. De manier waarop wij ons de Tweede Wereldoorlog herinneren lijkt een vaststaand ritueel, maar zoals uit de artikelen in Een open zenuw blijkt, kent de geschiedenis van het herinneren en herdenken inmiddels enorm veel variatie en dynamiek. De Marokkanen in Zeeland zijn niet relevant als ‘helden’ die we herdenken om hun heldendaden in de meidagen van 1940, maar vanwege de symboliek die voortkomt uit hun aanwezigheid in Europa, Nederland en Zeeland toen. Daardoor kunnen Marokkaanse Nederlanders van verschillende generaties zich verbonden voelen met de Zeeuwse, Nederlandse en de Europese geschiedenis. Daardoor kunnen zij delen in een ritueel waarbij zij ook hun eigen gevoel kunnen laten spreken. En het is onder andere door het samen herdenken dat we uiteindelijk aan een gemeenschappelijke toekomst werken.


Mostafa Hilali is student geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam (Masteropleiding) en beroepsmilitair bij de Landmacht. Hij is uitgezonden naar Bosnië, Irak en Afghanistan.

Dienke Hondius is universitair docent geschiedenis aan de Vrije Universiteit en medewerker van de Anne Frank Stichting.

0 reacties: